Ik dacht de keizer Frederik te spelen

Bron: De Gelderlander 9 mei 2022

Alsof de twee door corona verloren jaren op één dag goedgemaakt moeten worden. Zo uitgebreid werd gisteren achthonderd jaar Tol gevierd.
ROB VAN DER VELDEN
Lobith

Riddergevechten, een zeskamp, ringsteken te paard, boogschieten, touwtrekken, vlegelhangen of biervatrollen, je kunt het zo gek niet bedenken of het vindt wel plaats op het in middeleeuwse sferen omgetoverde terrein van Schuttersgilde Excelsior.

Maar mag het? Per slot rekening heeft Lobith haar bestaan zo’n beetje te danken aan de tolheffing. Het was namelijk in 1222 dat graaf Gerard van Gelre van Keizer Frederik II van Pruisen toestemming kreeg om een tol te vestigen in plaats van zijn tol te Arnhem.
Luid applaus
Het kan dan ook niet missen dat dit historische moment zondag wordt nagespeeld. Met in de hoofdrol burgemeester Lucien van Riswijk nog wel. Als gezant van keizer Frederik de tweede van Pruisen overhandigt hij na een deftige toespraak onder luid applaus van de omstanders de akte om tol te heffen aan Graaf Gerard III van Gelre.

Na afloop laat van Riswijk zich, zij het een knipoog, ontvallen enigszins teleurgesteld te zijn met zijn rol. ,,Ik dacht dat ik keizer Frederik de tweede zou spelen. Ik had me al helemaal verdiept in zijn persoon. Blijk ik alleen maar de gezant van de keizer te zijn.”

Dat weerhoudt ‘gezant’ Van Riswijk er niet van om voorop te lopen in de historische stoet door oud Lobith. Enkele leden van de plaatselijke harmonie luisteren die start op met zogeheten turmmusic. Al klinkt dat lang niet alle aanwezigen als muziek in de oren. ‘Tjee, wat vals’, zo roept een van de meelopende jonkvrouwen spontaan uit.

Maar daar is dirigent Theo Basten het absoluut niet mee eens. ,,Zo had het achthonderd jaar geleden waarschijnlijk ook geklonken. In die tijd waren er alleen natuurtrompetten, dus zonder ventiel. Dan gaat er wel eens een toontje mis. Straks als de stoet terug komt spelen we fijn nog een keer.”
Doedelzak
Historisch correct blijkt de stoet bepaald niet. Zo loopt er ene Marcus Kothweki mee in een van alle toeters en bellen voorzien Schots kostuum. Het enige wat er nog aan ontbreekt is een doedelzak. ,,Die speelt mijn vrouw”, zo laat de geboren Oekraïner prompt weten. ,,Wij wonen nu nog in het Duitse Essen, maar hopen dit jaar naar deze streek te verhuizen. Twee jaar terug heb ik de Pipes & Drums Ruhrpott opgericht. Maar door corona is het nog niet echt van de grond gekomen. Hoeveel leden de band telt? Nu alleen ik zelf nog op tenordrum en mijn vrouw op doedelzak. Maar als het moet treden we gewoon met ons tweetjes op hoor. Als je maar schik hebt.”
Hoge heren
Schik hebben even verderop ook de leden van de band Drie Keer Niks. Zij starten hun optreden met een speciaal voor achthonderd jaar Tol geschreven lied, De Tol. ‘In 1222 kwam de Tol naar Rijn en Waal. Vooral de hoge heren profiteerden maximaal. Wie passeerde moest betalen, dat was toen doodnormaal. Dat is mooi verdiend dus we zingen allemaal; hé, ho, schenk de glazen nog eens vol, hé, ho, lang leve de Tol.’